Er is nog zoveel de doen
Zoveel te doen, er is nog zoveel te doen (Vrij naar DoeMaar).
Het is een mantra dat op bijna alle grote thema’s van toepassing is. Of het nu gaat om de wezenlijke uitdagingen waar we als samenleving voor staan of al die onderwerpen die dagelijks in het nieuws komen. Het geldt zeker ook voor ingewikkelde onderwerpen in de digitalisering in de zorg, het beschikbaar krijgen van gegevens in het zorgproces en voor verbetering van de zorg. Op een rationeel niveau is er een grote overeenstemming dat urgentie is om tot verandering te komen. De demografische ontwikkeling liegt niet. Zorgvraag en zorgaanbod zijn steeds moeilijker te matchen binnen bestaande kwaliteitscriteria en het bewaken van betaalbaarheid. Op rationeel niveau begrijpen we de logica dat digitalisering deels een bijdrage kan leveren.
Digitalisering waarvan
Digitalisering in de zorg is vaak synoniem aan elektronische vastlegging in dossiers en uitwisseling van gegevens. De ontwikkeling van de systemen die hiervoor bedoeld zijn hebben hun oorsprong in het administratieve proces en zijn gegroeid tot patiënten- en cliëntendossiers. Het gebruik en de gebruiker daarvan zijn veranderd. Veel aandacht gaat nu nog uit naar het verbeteren van de EPD’s en ECD’s om deze beter te laten aansluiten op de werkwijze van de zorgverlener. Gebruiksvriendelijkheid en verbeteren in de manier van registreren zijn daarbij belangrijke uitgangspunten.
Aangezien verschillende sectoren hun eigen (automatiserings)tradities hebben en in zekere zin ook hun eigen medische taal spreken zien we dat in de uitwisseling van gegevens, er vaak omslachtige procedures moeten worden gevolgd. De systemen voor vastlegging zijn verschillend en de licht babylonische spraakverwarring is een gevolg van de andere werkwijze, andere manieren van vastlegging en andere automatiseringstradities. Dat probleem is al lang onderkend: de inzet op standaardisatie is daarbij een voor de hand liggen oplossing: het ministerie heeft dat vertaald naar twee gevleugelde termen: eenheid van taal en eenheid van techniek, waarbij standaarden en normering het middel zijn dit te bereiken.
In eerdere blogs heb ik al aangegeven hoe we slimme processen leiden tot een slimmere zorg zowel vanuit perspectief van de burger (de patient) als de zorgverlener. En hoe door inzet van nieuwe technologie ook de zorgverlener slimmer worden kan worden, niet alleen in haar of zijn professie (door inzet van AI of robotisering) maar ook in de uitvoering van de professie (telemonitoring – online consults). De ervaringen die zorgverleners hebben opgedaan tijdens Corona hebben daarbij veel gebracht. In afspraken die VWS met het zorgveld heeft gemaakt, wordt er gesproken over passende hybride zorg.
Binnen het systeem – buiten het systeem
Als het gaat over digitalisering in de zorg, dan zien we in zekere zin een conventionele benadering. Het zorgproces staat centraal en we zoeken de digitaliseringsoplossingen vooral in het optimaliseren van het proces of de uitwisseling. In de wereld van het procesdenken is het vooral structureren en optimaliseren maar dan wel in een speelveld waarin de spelers dat op hun eigen manier willen doen. Daarbij houden we ons gevangen in een gedachte dat dat digitalisering ondersteunend moet zijn. Terwijl de kracht van digitalisering juist kan zijn dat deze ook transformerend werkt. We hebben dat in andere sectoren ook zien gebeuren; denk aan muziekindustrie, de opkomst van de streamingdiensten, de reisbranche en traditionele sectoren als het bankwezen.
Veel van onze inspanningen zijn gericht om binnen alle bestaande structuren met oog voor de veelzijdige belangen digitalisering vorm te geven. Dat geldt binnen een instelling, dat geldt binnen een regio en dat geldt zeker ook over instellingen en regio’s heen. Terwijl we al lang weten dat de reis van de burger als zorgvrager niet beperkt is tot een instelling maar zeker bij de meer complexe vraagstukken een spectrum van zorgverleners vraagt: netwerkzorg is allang gemeengoed. Alleen is het stelsel nog maar beperkt ingericht op netwerkzorg.
Dilemma’s
In de verandering van de zorg houden we elkaar niet alleen gevangen in een wereld van belangen, maar ook in een wereld van woorden. Aangezien we ervaren hebben hoe slecht EPD’s en ECD’s aansluiten op het werk van de zorgverlener en hoe slecht deze ondersteuning vindt in het registreren van gegevens vervallen we in de reflex dat digitalisering ondersteunend moet zijn. Ondersteunend betekent in veel gevallen de digitalisering van het bestaande: daarmee ontwerpen we de remmende kracht voor verandering. Digitalisering van bestaande processen en uitwisseling weerhouden straks de flexibiliteit die nodig is voor echte verandering. De management tegeltjeswijsheid zegt dat het nieuwe de bedreiging van het goede. Het tegendeel is evenzeer waar: als het goede gelijk is aan het bestaande, groeit de last naar de toekomst. Uitvoeringsorganisaties hebben die les al lang onderkend hoewel door tal van factoren zij ook niet altijd in staat zijn boven het niveau van bewust onbekwaam uit te komen. Er is een aantal terugkerende dilemma’s
Iets wat ingewikkeld is moet je (ont)wikkelen.
Het klinkt als een spel met woorden maar we noemen graag zaken ingewikkeld omdat we deze binnen bestaande grenzen willen oplossen: dat leidt veelal tot suboptimale resultaten. Wil je tot een echte transitie komen, dan moet je bereid zijn het bestaande ter discussie te stellen en het stelsel zelf te ontwikkelen. En ook beseffen dat in de complexe organisatie die in de zorg is gecreëerd de verandering tijd nodig heeft.
Maatschappelijk belang is geen optelsom
Maar daarin houden we elkaar vaak gevangen in bestaande belangen: er zijn maar weinig organisaties erop gericht zichzelf overbodig te maken. Liever creëren zij een institutionele dan wel een wettelijke verankering waarmee zij garanties krijgen voor hun eigen continuïteit. Er zijn dan ook geen echte prikkels zeker in een omgeving waar geld nog steeds ruim beschikbaar is. Geld is de stuwende kracht: het is de wortel die partijen in beweging zet. Veel geld creëert veel beweging, maar niet altijd gericht. Weinig geld betekent vaak overwogen keuzes.
Wat zij niet kunnen, kunnen wij wel
De zorg staat in een moeizame verhouding tot de overheid. De inspanningen om digitalisering vorm te geven is binnen de instelling vaak succesvoller dan tussen de zorgprofessionals. Vrijwel iedereen vindt de voortgang traag, en de verwachting is dat wanneer een overheid een regisserende rol krijgt, regie neemt, de vraagstukken zich wel oplossen. Een ministerie kan besluiten voorstellen, kan geld ter beschikking stellen, wetgeving ontwikkelen maar een ministerie heeft geen primaire rol in implementatie. Uiteindelijk hebben de zorginstellingen daar zelf een hand in. Regie neerleggen bij de overheid is geen garantie voor succes als je niet nadrukkelijk onderdeel bent van het veranderproces.
Maar een stelsel wijzig je niet zomaar
Nederland kent veel grote uitdagingen: bij gebrek aan een beter woord noemen we het transitie. Of het nu gaat over klimaat, energie, volkshuisvesting, migratie: de onderliggende stelsel zoals die zijn gegroeid voldoen niet meer. We zien de symptomen en doen aan symptoombestrijding. Voor de zorg, en zeker voor digitalisering in de zorg, geldt hetzelfde. Het historische gegroeide zorgstelsel met daarbinnen de verschillende digitaliseringoplossingen, regelgeving van decennia terug gericht, of recenter wetgeving gericht op de problemen van tien jaar geleden is niet houdbaar. Maar alleen als je de bereidheid hebt niet binnen het stelsel te optimaliseren, maar het zorgstelsel en het informatiestelsel grondig te herzien, kan je de zorg betaalbaar, toegankelijk en kwalitatief op niveau houden.