De regenboogtheorie van organiseren

rainbow-436171_1920

Onlangs kreeg ik een korte introductie op de methodiek van management drives. Het was niet de eerste keer dat ik hier mee te maken kreeg. Mensen overleven dankzij categoriseren. Ben je voor of tegen een Brexit, ben je voor of tegen een associatieverdrag. Was je grootvader goed of fout in de oorlog? Tweedelingen zijn nog relatief simpel en gespeend van enige nuance. Het binaire denken als maatschappelijk fenomeen. Alles wat we nodig hebben is een munt om goede beslissingen te nemen: kop of munt, wee de beslisser die de munt op de zijkant doe landen, waar ooit nog God zij met Ons stond gegraveerd. Als het er nog zou staan zouden we niet weten wat daar de bedoeling van is. Maar goed, ik dwaal enigszins af.

Management drives omvat zes categorieën die worden aangeven met een kleur. Die kleur zegt iets over jouw voorkeurstijl in de sociale interactie (jouw gedrag). Het laat ruimte voor verschillende kleurvarianten en geeft ook aan dat in een bepaalde context een bepaald type gedrag meer of minder de boventoon voert. Naast de onderkenning van de eigen kleur, ligt de kunst in de herkenning van de kleur van de ander, want als jezelf erg geel bent kan paars weleens in je allergie liggen. Doel van management drijfveren is vooral handvatten te bieden om samenwerking te vergroten. Bij elke kleur hoort naast positief gedrag ook negatief gedrag.

De introductie op management drijfveren stimuleerde bij mij onmiddellijk mijn lichtelijk dominante gele kleur. Niet het cynische maar vooral het analyserende, het willen begrijpen. Oftewel zoeken naar een achterliggende vraag: als we een kleurschakering hebben voor managementdrijfveren wat zijn dan de overeenkomsten en verschillende met andere kleur geïnspireerde theorieën, zoals die rondom de veranderkracht van de Caluwe en natuurlijk de zes hoeden van De Bono vooral geënt op. Drukken hun kleurenpalet dezelfde waarden uit of is blauw niet altijd blauw en kan dat soms ook meer wit zijn?

Geen diepgravende studie op metaniveau maar om een eerste gevoel te geven zien we evenveel overeenkomsten als verschillen. Onderstaande tabel geeft een wat grofmazige indruk.

kleuren

Eigenlijk lijken op maar twee kleuren een behoorlijke mate van overeenstemming: blauw heeft bij de verschillende auteurs een sterke associatie met beheersing.  Processen, plannen, duidelijkheid zijn typeringen die terugkomen. Blauw wordt geassocieerd met blauwdruk, de kleur waarin oorsponkelijk architectuurontwerpen werden afgedrukt. Bij groen ligt er met name een vergelijkbare interpretatie tussen drijfveren en veranderkracht. Het leren, groeien en ook samen delen komt daarin sterk terug. De Caluwe maakt hier de verbinding met de natuur. Wit en zwart vallen dikwijls buiten het kleurenspectrum. De associatie van wit met een onbeschreven blad heeft mogelijk bij de Caluwe overwogen – alles is nog mogelijk, waar die bij de Bono een andere invulling krijgt: hier gaat het juist om het al beschreven blad: welke data en informatie is er nodig om tot een goede afweging te komen. Rood representeert zowel warmte als moed. De Caluwe legt het verband met bloed: verleiding, beïnvloeding en verlokking. In de managementdrijfveren gaat het hier juist om macht en daadkracht.

Opvallend is dat de intuïtieve associatie met geel als kleur van licht, luister, glorie en afgunst bij de Bono voor het zonnige optimistische benadrukt en bij De Caluwe de zon juist ziet als symbool van macht maar ook van broedprocessen.  In het kleurenspectrum van de management drijfveren is geel veel meer gericht op creativiteit en vrijheid, de groene component bij de Bono. Oranje is een kleur die we meestal associëren met warmte, rijkdom en erotiek. In de theorie van de management drijfveren is het juist een kleur die zich richt op vooruitgang, resultaten en prestaties. Voor de Bono representeren de kleuren denkrichtingen die we als individu kunnen aannemen. Het zijn hoeden die we kunnen opzetten al naar gelang de situatie erom vraagt of bewust opzetten in een aantal rondes om gedachte- en besluitvorming tot een hoger niveau te brengen.

De vergelijking tussen deze drie kleurencategoriseringen lijken natuurlijk vooral op een appel, peer en sinasappel vergelijking. De verschillen zijn groot en uit de vergelijking valt niet meer af te leiden dan dat het in alle gevallen om fruit gaat. Het is de vraag of de auteurs bewust voor deze kleurschakering hebben gekozen of dat zoon of dochterlief vader heeft mogen helpen met het werk. De Caluwe geeft aan dat hij een bewust keuze heeft gemaakt voor primaire kleuren en de ‘kleur’ wit waarin alles samenkomt. Expliciet verbonden aan het woord druk.

Er is veel onderzoek gedaan naar de betekenis van kleuren en dat ook zeker in relatie met taal. Uit onderzoek van Berlin en Kay blijkt overigens dat de kleuren wit, zwart, rood, geel, groen en blauw tot de zes primaire kleuren behoren die in taal worden benoemd. Maar niet iedere taal heeft voor iedere kleur een woord. Buiten wit en zwart zijn het kleuren die we terugzien in de regenboog waar verschillende landen en culturen duiding aangeven. Maar hoe noemden we in Nederland roze voordat we het woord uit Frankrijk importeerden. Die vragen laat ik graag aan taalonderzoekers en cultureel antropologen.

Maar terug naar de categorisering in kleur vertaald naar individuele drijfveren, hoeden en organisaties. Voor De Bono zijn het tijdelijke posities die we innemen om besluitvorming te verbeteren. Voor De Caluwe en de drijfveren zijn het typeringen. Niet als ultieme classificatie want iedere persoon heeft wel iets van meerdere kleuren met een of twee dominante varianten. En zeker grote organisaties laten zich niet gemakkelijk vangen in een classificatie, anders dan dat ze van veel kleuren wel iets hebben. Bega niet de fout de kleuren te mengen want dan houden we anders dan bij de regenboog niet wit over maar vooral iets onbestemds.  Misschien dat daarom veranderen en verandermanagement succesvoller is als vak om over te praten dan in de toepassing: zolang we organisaties niet bezien als regenboog met vloeiende kleurovergangen of kleurenrijk zullen we zeker in verandertrajecten geen succes behalen. Zoals ieder praktiserend manager en / of adviseur heeft ervaren vragen veranderingen een breed kleurenpalet waarbij je ook zelf moet kunnen schakelen tussen dominant, neven- en soms onderliggend. En wie weet wat we dan aan het einde van de regenboog vinden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *